Dit is het moment waarop het fundament voor de dag gelegd wordt. ’s Ochtends bepaal je aan de ontbijftafel wat voor dag het gaat worden. Of eigenlijk bepaal je dat al eerder, namelijk in de badkamer. Scheren? Nat uiteraard. En leen niet stiekem de crèmes van je vriendin, maar gebruik producten die op de – in mijn geval ouder wordende – mannenhuid zijn afgestemd. Zo stap je fris de nieuwe dag in.
’s Ochtends sta ik niet uren te peinzen voor mijn garderobekast. Ik weet wat voor dag het gaat worden, welke afspraken ik heb, en welke outfit daar bij past. Elke branche heeft zo zijn eigen ongeschreven regels. Zorg dat je die kent, en dan wijk je er vervolgens natuurlijk een beetje van af – je bent een mens, geen lemming. Dus zoek die persoonlijke touch. Dat kan in de vorm van een stropdas of een pochet, maar je kunt het ook terug laten komen in een simpel detail als het sluiten van alle knoopjes van je poloshirt. Wees jezelf, maar wél de beste versie van jezelf.
Bij sporten gaat het er niet om hoe je er uitziet. Een sportschool is geen catwalk. Functionaliteit en comfort zijn sowieso goeie leidraden bij de keuze van je kleding, maar bij het sporten is dat helemaal het geval. Hou het klein, efficiënt en binnen de bandbreedtes van het betamelijke – die hoofdband stond beter in de jaren tachtig.
De avond is het dagdeel waarop een man net iets meer van zichzelf kan laten zien. De ketenen van kantoor zijn afgeworpen en de zon zakt langzaam in de horizon; hét moment om een echte man op z’n best te worden. Maar let op de context: waar ga je heen? Is er een dresscode? Een dame aan je zijde? Als er een moment op de dag is waarop durf het dient te winnen van voorzichtigheid, dan is het de avond, die altijd gevolgd wordt door de nacht